Onbaatzuchtige liefde |
Fragment uit het verhaal: |
Ondertussen loopt Hans al even met een vraag over haar ouders. Hij hoort Patricia nooit over haar ouders praten. Bij de anderen hoort hij dat regelmatig voorbij komen. Zouden ze niet meer leven? Of is er een andere reden? Eigenlijk moet hij haar er toch eens naar vragen Misschien nu... ‘Patricia, mag ik je iets vragen?’ ‘Ja, natuurlijk, vragen staat vrij.’ ‘Ik hoor je nooit over je ouders vertellen? Ben ik brutaal als ik daar naar vraag?’ Er glijdt een donkere schaduw over haar gezicht. Maar dan neemt ze een besluit. Zij zijn zo goed voor haar geweest en nog. Hij verdient de waarheid. Aarzelend begint ze te vertellen: ‘Ik heb altijd een hele hechte band met mijn ouders gehad, speciaal met mijn moeder. Ik kon altijd heel goed met haar praten. Toen begon Leo leugens over me te vertellen. En zoals het altijd ging bij hem. Iedereen geloofde hem op zijn eerlijke gezicht. Op een gegeven moment waren ze het zat, want ik ontkende alles en het werd zijn ja, tegen mijn nee. Hij heeft het zo mooi gespeeld. Ze trokken hun handen van mij af, ze geloofden me niet.’ Haar ogen schieten vol tranen. Dát was niet zijn bedoeling met deze vraag. Ze gaat rechtop zitten, om een punt van de handdoek te gebruiken om de tranen weg te vegen. Hij neemt haar hand in de zijne en kijkt haar in de betraande ogen. ‘Oh, lieve Patricia, wat vind ik dat verschrikkelijk voor je.’ Ze knikt en zegt: ‘Ik ben niet bij machte, om daar verandering in te brengen. Ze geloven me niet meer. Leo heeft bewust al die leugens verzonnen, om mij te isoleren van mijn ouders. Dat is hem wonderwel gelukt. Ze denken echt, dat alles waar is, wat hij ze heeft verteld.’ Die Leo, heeft haar dus ook dát nog afgenomen... |
Terug |